Concept voor een Alternatief Online Berichten Platform (2/3) : Een aanpak vanuit grote bestaande sociale organisaties

Een aanpak vanuit grote bestaande sociale organisaties

Wat volgt is een concept voorstel. Dit is echt nog maar het vooronderzoek. Het idee is ontstaan uit het besef dat het internet zijn beloften van begin jaren negentig niet heeft waar gemaakt en uit de frustratie ontstaan door de chaos bij gebrek aan internationale regels op Internet? Daarover schreef ik naast vele anderen deze analyse waarin naar een verklaring gezocht wordt voor het democratisch deficit van internet. Dat de Wet Digitale Diensten van de EU nu deels aan die verzuchtingen tegemoet komt, is een aanmoediging.

Het voorstel is om (1) een gedecentraliseerde federatie of zelfs meerdere gedecentraliseerde federaties, die gebruik maken van dezelfde berichten app, met groepen en/of kanalen, uit te bouwen, die gebruik maken van het ActivityPup protocol en een nog te definiëren encryptie standaard; (2) die vertrekken van een reële gemeenschap met een minimum aan collectieve moraal (3) het probleem oplossen van de overschakeling zonder verlies van contacten en (4) regels opstellen voor het probleem van de financiering.

De eerste vraag is of er belangstelling voor het concept. Het gaat om een bescheiden concept. Het belangrijkste doel is ongedwongen digitale communicatie mogelijk maken zonder dat men zich moet bezorgd maken over surveillance. Het is dus geen alternatief voor Facebook, Instagram of Twitter. Het is ook geen platform voor politieke raadplegingen, dat zou pretentieus zijn, maar dus een alternatief voor Whatsapp of Signal, maar wel met de bedoeling dat het met die berichtenapps berichten kan uitwisselen zoals de EU eist in de Wet Digitale Markten.

Wie of wat kunnen die reële gemeenschappen zijn met een minimum aan collectieve moraal? Ik denk aan vakbonden, mutualiteiten, jongerenorganisaties, bepaalde nationale ngo’s zoals Het Rode Kruis, het Minderheden Forum, 11.11.11, Oxfam… met minimum 2000 leden. Maar op dit getal wil mij niet vastpinnen.

Een extra voordeel van het vertrekken van reëel bestaande sociale organisaties is dat je bij conflicten eventueel kunt terug grijpen naar face to face contacten om conflicten op te lossen.

Het is wel mogelijk om te definiëren wat GEEN sociaal netwerk is met een minimum aan collectieve moraal. Het heeft twee kenmerken, het beheer is gecentraliseerd en twee ook de moderatie gebeurd centraal. Als een van die twee aanwezig zijn trappen we terug in dezelfde val die Meta en ByteDance gespannen hebben. Daarom moeten moderators en systeembeheerders in ons voorstel binnen die federaties onder democratische controle staan van alle gebruikers. Het systeem moet nog verder uitgewerkt worden, maar de gelaagde aanpak van de EU in de Wet Digitale Diensten, DSA kan wel als inspiratie gebruikt worden. Zie daarvoor de bespreking ervan. Een beperking van het aantal gebruikers per server lijkt mij ook zinnig, anders is het niet meer te modereren.

De moderatie heeft in eerste orde plaats op de server, maar de federatie heeft ook haar zeg in de regels voor die moderatie. Vergelijkbaar met de structuur van de Digitale Diensten Coördinatoren, DSC per land van de EU en de Europese Adviesraad van Digitale Diensten Coördinatoren. Zolang de Federatie minder dan vijftig miljoen leden telt valt ze niet onder de definitie VLOP, Very Large Online platform en dus ook niet onder de verplichtingen die daar aan worden opgelegd in de DSA. Wat niet wegneemt die die structuur best goed bekeken wordt. De tekst waarin ik die structuur beschrijf is er al. Het minimum aan collectieve moraal kennen we ook, de Universele Verklaring van de Rechten van de mens.

Een optie die niet aanwezig was bij Mastodon, en waar de EU ook niets over zegt is de mogelijkheid voor gebruikers om te verhuizen van server, eventueel van federatie met behoud van zijn contacten. Gebruik makende van een genormaliseerde database moet dat perfect mogelijk zijn. Let wel, die moet aan alle vereisten van GDPR voldoen. Het is de bedoeling dit projectvoorstel te lanceren tezelfdertijd in het Vlaams, Brussels en Waals Gewest.

De federaties zullen berichten apps als Whatsapp en Signal moeten verplichten interoperabel te zijn met hun berichten app. De kans dat dit lukt is veel groter als het komt van een grote organisatie dan van een individuele gebruiker. Die sturen ze gewoon met een kluitje in het riet met een leger aan advocaten. Maar de Wet Digitale Markten staat achter hun eis.

De financiering is iets wat elke federatie zelf moet uitmaken, maar ze moet wel permanent zijn. Vakbonden innen al lidgeld, misschien kan dat al een voldoende basis zijn voor financiering. Maar er is een precedent. In de jaren 1980, lang voor er internet was, had de socialistische beweging nog een eigen krant, net als de christelijke werkers organisaties. Toen na een geschil tussen directeur Luc Walyn en hoofdredacteur Paul Goossens, de socialistische beweging besloot de krant niet langer te steunen en Luc Walyn besloot de boeken neer te leggen kwam er ook reactie uit de socialistische vakbond die inging tegen het besluit van de partijbonzen. De redactie, pas ingelicht daags vóór de faillissementsaangifte, bracht op 31 oktober 1986 toch een krant uit getiteld De Moord. Een reddingsoperatie gedragen door de lezers en door journalistenvereniging De Onafhankelijke Pers (DOP) bood enkele jaren soelaas. Maar wat niet in de Wikipedia staat is dus dat ook vakbondscentrales de redding steunden. Dat kan je opmaken uit onderstaande tweet.

Als finaciëel economische structuur stel ik voor te kiezen voor een legale coöperatieve. Een besprekeing van de veschillende vormen vind je in de tekst van Mayo Fuster Morell, e.a.

Gelijk speelveld voor iedereen bewaken

Er doet zich ook een een eigenaardig fenomeen voor met communicatie online, dubbelzinnigheid en rond de pot draaien haalt het van eenduidigheid en openheid. Opiniemakers die deze ambivalentie koesteren en hun intenties zo vaag mogelijk houden, paaien voorstanders en tegenstanders in elk conflict, maar lossen die conflicten niet op. Volgens mijn stelling in “Can we resolve ambiguity by email?”, kan dit ook niet online, omdat communicatie er contextloos, intentieloos en emotieloos is. Het is communicatie zonder reële feedback. Mensen zonder zelfvertrouwen op zoek naar een houvast, zullen dat niet vinden online, integendeel.

De idee dat iedereen dezelfde kansen en mogelijkheden heeft online mag je ook opbergen. Dat is ook niet het geval in de reële wereld. Pierre Bourdieu maakte daar brandhout van in zijn boek “Ce que parler veut dire’. De positie van iemand in de maatschappij, op de sociale ladder, bepaalt de invloed van wat iemand zegt.

Overheden, politici en kapitaalkrachtige bedrijven hebben meer middelen om hun boodschap te doen aankomen. Als ze ook nog eens de reguliere media achter zich hebben is hun macht bijna onbeperkt. Ook het bezitten van strategische bekwaamheden bij het gebruik van internet speelt een rol in de ongelijke machtsverhoudingen. Dat blijkt uit empirisch inderzoek van Jen Schradie in “The Digital Activism Gap”. Met moderatie alleen los je dat niet op. Sommige groepen kunnen best wat training gebruiken in digitale geletterdheid.

James Muldoon geeft wat dat betreft een belangrijke waarschuwing:

“Een verandering in eigendomsmodel is geen garantie dat andere vormen van sociale macht – van racisme tot seksisme en bekwaamheid – niet in die ruimte zullen worden gereproduceerd.”

Er moet dus ook nog gezocht worden naar middelen om dit te voorkomen of tenminste bijtijds af te blokken. Mostadon dacht dat het daar vrij van was, tot het fascistische netwerk ‘Gap’zich aansloot bij de Fediverse.

Punten voor een discussie

Een voorbeeld van wat lijkt op en municipalistisch netwerk maar dat het feitelijk niet is, is Hoplr. Zowel beheer van de servers als moderatie gebeuren centraal. Een uitvoerige beschrijving vind je hier. Het is een zogezegd buurtnetwerk, en het is in verschillende steden en gemeenten ‘top-down’ ontplooid. Onderling tussen de afzonderlijke implementaties is geen communicatie mogelijk. Het zijn een soort reservaten. In Gent werkt Hoplr samen met de Gentse Stedelijke bureaucratie, Ivago en zo beweren ze toch ook met de Gentse buurtwerking. Door de jarenlange politiek waarbij het stadsbestuur een ‘sociale mix’ nastreefde en ook daadwerkelijk inplantte in wijken is van solidariteit daarbinnen weinig sprake, laat staan dat de inwoners een minimale collectieve moraal delen. Er is meerderheid en oppositie. De moderatie van de gebruikers en het beheer van de data is centraal en gebeurt vanuit het hoofdkantoor van Hoplr in Lokeren. Als je de financiële structuur bekijkt achter Hoplr en weet dat Matexi, een conglomeraat van projectontwikkelaars, de grootste financier is van Hoplr, kan je al raden wat er met de data van de gebruikers gebeurt. Matexi beschikt over gouden data om projecten te plannen.

Misschien kan je maar beter samenwerking met de overheid in België uitsluiten als je ziet dat zelfs een progressief stadsbestuur als dat van Gent in de val trapt van onterecht gebruik van data. Met DSA kan Hoplr waarschijnlijk vervolgd worden voor het onterecht uitsluiten van leden die te mondig zijn, wat regelmatig gebeurt. Daarmee wil ik niet beweren dat een onafhankelijk buurnetwerk niet tot de mogelijkheden behoort. De draadloze ‘community’ netwerken in bepaalde buurten van Brooklyn, Barcelona en Athene zijn wel degelijk onafhankelijk, maar die zijn ‘bottom-up’ opgezet door de buurbewoners zelf of ontstaan vanuit grassroot bewegingen zoals Guifi.net, oorspronkelijk een APC node zoals KnoopPunt destijds. Problemen met internet toegang zijn ook verschillend van land tot land. Waar we in België bijna overal breedband internet hebben zijn er in de VS nog veel gebieden waar dat niet het geval is, onder andere omwille van de lage bevolking dichtheid. Dit is het probleem van de last mile. Dat daar gemeenten tussenkomen is positief. Maar het kan ook zonder op andere plaatsen, zoals in het Red Hook Initiative in Brooklyn, en dit gaat alleen over de fysische toegang, niet over de logische structuur van internet.

Maar in feite is deze discussie momenteel irrelevant en op zijn minst voorbarig. Je kan tenslotte geen enkele groep ervan weerhouden krak dezelfde technologie te gebruiken als deze die je zelf gebruikt. Maar daar is heeft ActivityPup een antwoord op. Binnen netwerken die dat protocol gebruiken zoals Mastodon kan je per server bepalen welke andere servers al dan niet contact kunnen opnemen met jouw server. Naast connectie is er de mogelijkheid tot disconnectie. Maar die discussie zal wel moeten gevoerd worden bij de implementatie.

Voorafgaand: Sociaal Economische Kwesties

Vervolg: Technische Kwesties

Advertisement