Stalken online is strafbaar, lynchen online is dat niet

Door een rare kronkel in de Amerikaanse wetgeving is online intimidatie door een groep niet strafbaar. Daar komt echter verandering vanaf 2024. In dit stuk presenteren we het wetenschappelijk onderzoek van Alice Marwick naar die praktijk. Zelf hebben we twee Belgische casussen geanalyseerd van politiek gemotiveerde netwerk intimidatie. Telkens was het slachtoffer een vrouw en was het een rechtse mannelijke politicus die zijn meute volgers aanstak.

Het verschil tussen online stalken en online lynchen

Stalken online is strafbaar, als tenminste de moderatie van de sociale media site wil meewerken. Als het gaat over fysieke bedreigingen, anderen aanzetten tot het gebruiken van geweld, seksuele intimidatie, racistische en/of discriminerende uitlatingen, gevoelige persoonlijke informatie openbaar maken, valse geruchten verspreiden, haatspraak of identiteits-diefstal, allemaal strafbare overtredingen, dan kan je dat rapporteren. Je kan een online bericht dat duidelijk de ‘richtlijnen voor de community’ overtreedt laten verwijderen.

Sociale netwerk sites hebben daar slecht betaald personeel voor. Maar telkens weer moeten rapporteren is vermoeiend en demoraliserend, dus wil je er wel eens voorgoed een einde aan maken. Gewoon aanklagen bij de rechtbank kan, maar daarvoor heb je de gegevens van jouw stalker nodig want die opereert meestal anoniem. Om de naam en e-mail ervan te achterhalen volstaat het niet naar die ene post te verwijzen. Je moet kunnen aantonen dat een en dezelfde trol constant de ‘richtlijnen van de community’ schendt. Als je dat kan, krijg je eventueel de nodige gegevens van de moderatie. En dan pas kan je verder juridische stappen zetten als je daar de middelen voor hebt.

Maar bij online lynchen kan je dat niet aantonen, want het zijn allemaal verschillende individuen die je lastig vallen. Ze hebben contact met elkaar via het netwerk en delen dezelfde norm over een bepaald onderwerp. Uw bericht ging daarover maar was een inbreuk op de norm die zij hanteren. En dat pikken ze niet. Ze willen je het zwijgen opleggen en schuwen daarbij niet om strafbare feiten te plegen.

Toch geven de moderators in zo’n geval zelf aan dat ze er niets kunnen aan doen, want het is geen stalken in de betekenis die de wetgeving in de Verenigde Staten eraan geeft. Die gaat ervan uit dat bij stalken een en dezelfde persoon herhaalde malen een andere persoon lastig valt. Op die wetgeving zijn de ‘service voorwaarden’ van de meeste netwerksites gebaseerd. Onheus lastig gevallen door een meute valt daar dus niet onder. Als de wet digitale diensten (meestal afgekort als DSA, digital services act) van de EU volledig uitgerold is, zou dit probleem van de baan moeten zijn want die gaat ervan uit dat dingen die offline illegaal zijn, ook online illegaal moeten zijn, maar dat zal pas in 2024 zijn.

De Noord-Amerikaanse assistent professor communicatie Alice E. Marwick heeft het fenomeen van online lynchen onderzocht. Bij dat onderzoek gebruikt zij het schema dat hieronder is afgebeeld. Zij noemt het ‘morally-motivated networked harassment’, afgekort als MMNH.

Lynchen online kan volgens Marwick worden gedefinieerd als het lastiggevallen van een persoon online door een groep mensen die via sociale media een netwerk hebben. Vaak leidt dit tot zelfcensuur van het slachtoffer. Persistente intimidatie jaagt zelfs nu en dan mensen weg van het internet. Dat wil zeggen dat je dan sociaal dood bent in de digitale wereld. En dat is ook dikwijls de bedoeling. En toch wordt het niet opgemerkt door de moderatie.

Het verdienmodel van netwerksites stimuleert natuurlijk zoveel mogelijk netwerk interacties en of dat nu de veiligheid van personen in gevaar brengt, sociale uitsluiting faciliteert of psychologische trauma’s veroorzaakt, raakt in feite hun koude kleren niet. In feite zou de moderatie dan telkens een ganse groep stalkers moeten op de vingers tikken, eventueel uitsluiten als ze de ‘richtlijnen voor de community’ met de voeten treden. Technisch is dat geen probleem want het sociale netwerk beheer weet perfect wie op wat en wanneer geriposteerd heeft en ook wie het slachtoffer was. En ze kennen ook de onderlinge verbanden tussen die gebruikers. Meta is wat dat betreft zelfs de kampioen, het is volgens Forbes het beste onderzoekslaboratorium voor menselijk gedrag online. Toch laten ze online lynchen ongemoeid, want ingrijpen zou hun misschien wel snel veel leden kunnen kosten en volgens Frances Haugen verkiest Facebook keer op keer winst boven veiligheid.

Het discours van de online lynchers is turbo ‘newspeak’. Het zet de argumenten van het slachtoffer op zijn kop. Feministen die klagen over discriminatie wordt ‘misandrie’ verweten, het tegenovergestelde van de wijdverspreide misogynie. Racisme en fascisme bestrijden is het recht op vrije meningsuiting aanvallen, enzovoort.

Het resultaat van haar onderzoek formuleert Marwick als volgt:

“Volgens het MMNH-model heeft intimidatie via netwerken: drie primaire uitkomsten. Ten eerste, in navolging van eerder onderzoek, hebben slachtoffers van intimidatie af te rekenen met depressie, angst en andere negatieve emoties. Ten tweede, deze emotionele gevolgen leiden vaak tot zelfcensuur van hun kant, waardoor ze minder hun online publiek gaan opzoeken. Tot slot versterkt intimidatie via het netwerk de normen van deelnemende netwerken, ze verstevigen de grenzen tussen hen en de anderen”

Morele verontwaardiging als politiek wapen

Het is vandaag moeilijk een onderwerp te bedenken waarover we het allemaal eens zijn. Over alles wordt gebakkeleid: politiek, cultuur, eetgewoonten, levensstijl,… het houdt niet op. Kenmerkend is dat mensen zich online echt gaan identificeren met hun overtuiging, ook al veranderen ze misschien minstens drie keer in hun leven van mening over die materie. Wat op zichzelf gezond is. Opvattingen evolueren afhankelijk van de kennis en de ervaring die men opdoet en de wereld staat ook niet stil. Maar in deze angstige tijden blijkt er geen plaats meer voor Cartesiaanse twijfel. Mensen komen vast te zitten en klampen zich vast aan de weinige zekerheden die ze nog hebben. Nochtans, twijfel is de brug naar dialoog, het doet je beseffen dat je het allemaal niet alleen aan kunt.

De morele verontwaardiging bij netwerkintimidatie is dan ook meestal oprecht. Je kan wel eens komedie spelen als tactisch wapen, maar constant de hypocriet uithangen, wringt op den duur. Maar als online lynchen gebruikt wordt als politiek wapen kan je het alleen maar zien als een poging om de hegemonie te veroveren. Veel ethische overwegingen komen daar niet bij kijken. Online intimidatie uit zogezegd morele verontwaardiging, terwijl het werkelijk gaat over de verovering van de politieke macht, is dus wel degelijk een schijnvertoning. Un train en peut cacher un autre. De meeste politici veranderen tegenwoordig sneller van mening dan de wind draait. Je kan ze bijna permanent betrappen op inconsistenties, maar er ze lullen er zich altijd wel op een of andere manier uit.

Dat de laksheid van de sociale media die de ogen sluit voor allerlei vormen van politieke manipulatie, de democratie schade toebrengt is ondertussen genoegzaam aangetoond sedert de onthullingen over Cambridge Analitica. Maar je mag de intelligentie van de fervente tweeter, instagrammer of facebook gebruiker ook niet onderschatten. Ondertussen zijn die ook wel op hun hoede.

Online lynchen wordt pas echt gevaarlijk als de reguliere media (kranten, tijdschriften, radio en televisie) ook in de netten van politici verstrikt raken. Politici zijn al meer dan tien jaar actief aanwezig op sociale media. Vooral rechtse en extreem rechtse politici deinzen er de laatste jaren niet voor terug om mensen online te intimideren. Offline doen die zelfde politici voort zoals ze gewend waren. Ze schuwen de intriges niet en ze liegen alsof het gedrukt staat. Mijn stelling is dat de combinatie van online met offline manipulatie pas echt dodelijk is. Twee contrasterende voorbeelden uit ons kleine landje die dat preliminair bevestigen.

Casus 1: Theo Francken versus Bieke M.

Het Nieuwsblad titelde op donderdag 18 augustus 2022: Theo Francken (N-VA) clasht met ambtenaar over Frontnacht: “Vol haat en misprijzen”. Waar ging het over? Frontnacht had in 2022 voor de IJzerwake in Ieper een festival met muziekgroepen geprogrammeerd, gelinkt aan de neonazi scene en waarvan geweten was dat ze duidelijke racistische teksten debiteerden. Het stadsbestuur had daar voorwaardelijk in toegestemd ondanks protest van Groen in de Gemeenteraad. Maar veel ruchtbaarheid werd daar niet aan gegeven, alleen de krant De Standaard had er drie maanden voor het gebeuren een artikel aan gewijd.

Het protest leefde wel bij enkele antiracistische NGO’s en de Vredesbeweging maar dat werd vierkant genegeerd. De uitspraak van Thorsten Hindrichs, een Duitse wetenschapper gespecialiseerd in de extreemrechtse muziekscene, “Ik raad mensen van kleur af om dat weekend in de buurt van Ieper te komen”, was uiteindelijk de lont in het kruitvat. Toen vielen de politici bijna over elkaar om te reageren. De partijvoorzitters van Vooruit en Open VLD (twee van de drie partijen in de Ieperse coalitie) tekenden protest aan. Conner Rousseau dreigde zelfs uit de coalitie te stappen. Het was nu duidelijk dat dit voor het Ieperse College van Burgemeester een Schepenen niet meer houdbaar was. Ze gingen dat optreden verbieden.

De N-VA die ook in die coalitie zat hield voorlopig de lippen stijf op elkaar. Tot dan toe had trouwens geen enkele N-VA-er er iets over gezegd. Pas enkele uren voordat het Schepencollege het verbod officieel maakte, doorbrak Theo Franken de stilte en uitte hij zijn ongenoegen op Twitter over die racistische neonazi optredens. Daarop reageerde Bieke M. spottend met de boodschap: “De debatfiches zijn eindelijk klaar”. En daarop ontbond Theo Franken alle duivels. Waarom?

Dat vergt enige uitleg. De N-VA is gekend voor het stroomlijnen van elke externe communicatie van partijleden via debatfiches. En daar wordt natuurlijk veel op gealludeerd door de tegenstanders van de partij. Dit was voor Theo Franken blijkbaar een keer te veel. Hij reageerde met een nijdige tweet waarin hij de volledige naam van Bieke bekend maakt en ook liet weten waar ze werkte, namelijk bij Fedasil, het federaal agentschap voor de opvang van asielzoekers, dat onder zijn voogdij stond toen hij nog Staatssecretaris was voor Asiel, Migratie en Administratieve Vereenvoudiging in de federale Regering Michel. Het hele gebeuren is samengevat in onderstaand screenshot van een tweet.

Bieke is geen politica maar gewoon een ambtenaar. Ze is sedert 2011 redelijk actief op Twitter, meestal vrij lucide, nooit agressief maar wel links en kritisch voor rechts. Ze wist zo ongeveer 5.800 volgers te verzamelen, niet mis maar niet vergelijkbaar met het aantal volgers van Theo Franken: 139.800. Sedert 2012 actief op Twitter. Franken heeft zich populair gemaakt met zijn harde standpunten tegenover migratie en asiel. Hij is daarmee gans Vlaanderen rondgetrokken en kwam als Staatssecretaris regelmatig op televisie. Hij is nog altijd parlementslid en wordt nog nu en dan uitgenodigd voor de camera’s als defensiespecialist van zijn partij. Davida tegen Goliath dus qua bereik.

Het is dan ook niet te verwonderen dat Theo een hetze kon ontketenen tegen Bieke. Eerst kreeg ze allerlei gore verwijten te verwerken op Twitter zelf, maar daarna ook in haar mailbox op Fedasil. Als je weet waar iemand werkt en je kent de volledige naam is dat simpel te achterhalen. Daar had Theo voor gezorgd. Een voorbeeldje van zo’n mail hieronder.

Maar Theo had zich waarschijnlijk toch een beetje misrekend want Bieke kreeg enorm veel steun van andere twitteraars. Dan begon Theo maar na te trappen op Twitter, maar dat keerde als een boemerang terug. De kritiek op zijn optreden breidde nog uit en haalde zelfs de krant, het artikel in het Nieuwsblad, waar we dit verhaal mee begonnen. En toen was de pret uit. Voorlopig kan Theo niet veel doen. Ambtenaars kunnen enkel ontslagen worden voor echt heel zware beroepsfouten. Dit wil niet zeggen dat als er na de volgende verkiezingen weer een N-VA-er op Asiel terecht komt dat die Bieke niet zal koeioneren. Maar voorlopig is het 1-0 voor Bieke.

Casus 2: Bart De Wever versus Zakia Khattabi

De confrontatie tussen Zakia Khattabi en Bart De Wever begon al tijdens de regeringsformatie 2019-2020. Zowel Bart De Wever, voorzitter van N-VA, als Zakia Khattabi, co-voorzitter van Ecolo, namen deel aan de onderhandelingen. Maar zoals wel meer gebeurt in de Belgische politiek, ze kwamen geen stap dichter bij elkaar. De Wetstraat journalisten volgden gans het gedoe, dag in dag uit. En alhoewel er meestal geen nieuws te rapen viel – het schoot niet op – moesten ze wel elke dag verslag uitbrengen in hun respectievelijke media outlets. Maar meer dan vertellen wie er binnenreed en wie er naar buiten reed konden ze niet doen. In zo’n bijna surreële situatie worden journalisten manipuleerbaar.

Foto assemblage gepubliceerd in de krant Het Nieuwsblad

Op Twitter moet men zich niet houden aan de feiten. Via de ‘hashtag’ #regeringsformatie krijg je een selectie van wat daar allemaal gesuggereerd werd. Maar wat we nog niet hadden gehad tijdens onderhandelingen, was het verspreiden van valse geruchten van de ene onderhandelaar over de andere. Alhoewel de N-VA geen veto had uitgesproken tegen de ecologisten, kwestie van achteraf niet de zwarte piet toegespeeld te krijgen, boterde het duidelijk niet tussen die twee. De standpunten lagen te ver uit elkaar.

Als de N-VA wilde kans maken om deel te nemen aan de federale regering moest ze minstens een van de groene partijen, die zich aan elkaar hadden geklonken, buiten spel zetten. Bewijs dat ze dat plan ook bewust beraamden en uitvoerden is er niet. Maar veel andere verklaringen zijn er niet voor wat volgde. Het is partij wel degelijk gelukt iedereen te laten geloven dat Zakia Khattabi niet meer in dezelfde ruimte wou zitten met Bart De Wever. En daarvoor hebben ze Twitter ingezet. Hieronder de tweet van Karl Vanlouwe, Vlaams parlementslid en senator voor de N-VA.

Die tweet aanval werd meermaals hernomen door mindere partijsoldaten. Maar zo’n bericht krijgt pas echte verspreiding als iemand met veel invloed van buiten de partij het van ze overneemt. En daar zorgde Rik Torfs voor, momenteel 169.100 volgers, niet uit Terzake weg te slaan, ex CD&V-politicus, ex-rector van de KUL en stadsgenoot van Lorin Parys op dat moment herkozen in het Vlaams parlement voor N-VA, maar ondertussen ook ex-politicus.

Zakia Khattabi verliet Twitter op 28 juli 2019. Aan Bruzz legt ze uit waarom ze Twitter verliet en daarbij verwijst ze naar de valse beschuldiging, dat ze niet met Bart De Wever in dezelfde ruimte wou zitten:

“De laatste drie weken waren hallucinant. Ik kreeg kritiek voor posities die ik nooit ingenomen heb. Ik heb gevraagd om de – onbestaande – bronnen weer te geven, tevergeefs. Het heeft een buzz gecreëerd die ik niet begreep. Bij momenten kreeg ik honderden meldingen per minuut.”

Politicoloog Dave Sinardet (VUB) in Ter Zake over dat conflict:

“Ecolo verliest zo in sneltempo haar geloofwaardigheid als bestuurspartij”

Commentaar van Khattabi daarop:

“Ik ben het gewoon dat trollen me aanvallen, maar deze keer volgden zelfs analisten als Dave Sinardet deze theses.”

De rechtzetting, het echte verhaal achter die valse beschuldiging, lezen we pas op zaterdag 19 september 2020 in De Standaard. Maar toen was het kalf al verdronken. Het was blijkbaar Loryn Parys die aan de basis lag van dat vals gerucht. Khattabi legt het uit:

“Maar dat is niet waar! De ondervoorzitter van de N-VA, Lorin Parys, heeft dat ooit gezegd. Toen Johan Vande Lanotte (SP.A) en Didier Reynders (MR) informateurs waren, wilden ze op een bepaald moment een tweede gespreksronde organiseren. Ik heb hen toen gezegd dat het geen zin had om een vergadering met Ecolo en N-VA te beleggen. Sommige programma’s staan zo ver van elkaar dat het geen steek houdt om ze te proberen verzoenen. We zouden zoveel toegevingen moeten doen dat er voor niemand nog iets zou overblijven. Maar die uitspraak over meneer De Wever, no way. Men zegt vaak dat ik frank en direct ben. Wel, dan zou ik er toch ook voor uitkomen als ik zoiets had gezegd? Je l’assumerais, zonder probleem.’”

Dus niet alleen de media waren in de val getrapt, ook de politicoloog van dienst. Dit speelde zich al af tijdens de eerste onderhandelingsronde (30 mei 2019 – 7 oktober 2019), er zouden er nog 21 volgen.

De ecologische partijen waren tijdelijk uitgeschakeld, maar daarmee was de kous niet af. Op 1 en 2 september verschenen twee zeldzame vacatures in het Belgisch Staatsblad. Wie 40 jaar of ouder is en minstens vijf jaar in een parlement zetelt, kan zich kandidaat stellen om rechter te worden bij het Grondwettelijk Hof. Voormalig socialistisch minister Erik Derycke ging met pensioen, net als voormalig senator voor Ecolo Jean-Paul Snappe. De rechters worden benoemd voor het leven via een tweederdemeerderheid in afwisselend Kamer en Senaat. Het Hof bestaat paritair uit Frans- en Nederlandstaligen enerzijds, en ervaren academici, magistraten of oud-politici anderzijds. In de praktijk verdelen de politieke partijen de aanstellingen volgens hun sterkte in het parlement.

Nadat Ecolo dus Kathabi’s kandidatuur indiende voor een van die posten – de partij had daar recht op volgens die typisch Belgische praktijk – begon de N-VA een campagne op Twitter tegen haar benoeming met de hashtag #khattabi. Blader er eens door, en dan zal je zien dat zo wat de ganse N-VA erbij betrokken was en dat haar Twitter aanhang mee op de kar sprong. Tijdens die campagne werd Zakia Khattabi voor de tweede keer vals beschuldigd. Ze zou betrokken geweest zijn bij het verhinderen van de uitzetting van een afgewezen Tunesische asielzoeker. En daar werd niet alleen op Twitter maar ook in de media druk over gepalaverd. Alhoewel Khattabi op de vlucht zat waar die uitzetting moest plaats vinden, was er ze totaal niet bij betrokken volgens de politie die aanwezig was bij die uitzetting. Maar het bleef wel aan haar kleven. En Vlaams Belang en N-VA bleven op die nagel kloppen.

Na drie stemmingen, in de Senaat was haar lot bezegeld, ze werd uiteindelijk niet benoemd. Geen twee derden meerderheid. N-VA en Vlaams Belang stemden tegen. De MR besloot niet op Khattabi te stemmen, maar wel op de tweede (schijn)kandidaat die Ecolo volgens de regels moest voordragen. Ook CD&V had daar, onafhankelijk van de MR, toe beslist volgens De Standaard. Khattabi besloot dan maar zelf de handschoen in de ring te gooien. Ecolo werd verplicht een andere kandidaat voor te dragen.

Tweemaal heeft de N-VA haar slag thuis gehaald met gekonkelfoes en het verspreiden van desinformatie, maar het uiteindelijke doel, namelijk in de federale regering geraken, heeft ze niet bereikt. Een beetje een pyrrusoverwinning dus. Zhakia Khatabi zit intussen wel in die regering als minister van Klimaat, Milieu en Duurzame Ontwikkeling. En ze zit zelfs terug op Twitter en heeft intussen terug bijna 7.600 volgers. Maar daarvoor moest ze eerst door de woestijn en populair worden in Vlaanderen mag ze voorlopig vergeten.

Je kan je ook afvragen waarom N-VA van bij de aanvang Khattabia vizeerde. Ze hadden even goed Almalci van Groen kunnen proberen uitschakelen. Maar waarschijnlijk zou dat niet gelukt zijn. Er zou te veel steun gekomen zijn vanuit Vlaanderen, zoals bij Bieke M.. Zakia Khattabi was alles wat stoere, dikwijls misogyne, rechtse flaminganten haten, vrouw, Franstalig, Marokkaans en wonende in Brussel. Reactie vanuit Vlaanderen daar moest Bart De Wever niet voor vrezen met zijn 187.100 volgers.

De twee verhalen zijn voldoende gedocumenteerd en de lezers kunnen zelf wel beoordelen of mijn stelling klopt of niet. Wat wel moet opgemerkt worden is, dat het niet toevallig twee vrouwen zijn die hier het slachtoffer waren van die gretige lynchpartijen.